De traditionele communicatie omvat: post (alfanumerieke en grafische informatie), telefoon (spraakoverdracht), telegraaf (alfanumerieke berichten), fax (alfanumerieke en grafische informatie), radio, straalverbinding en satellietcommunicatie (alfanumerieke en grafische informatie). Zij worden onderverdeeld in: bedraad (telefoon, telegraaf, enz.) en draadloos, waarin weer radio (omnidirectionele, smalbandige, cellulaire en andere radiosystemen), straalverbindingen en ruimtevaart (satelliet) apparaten, systemen en complexen. Daarbij kan bijvoorbeeld spraakoverdracht worden georganiseerd via analoge en digitale, bedrade en draadloze, telefoon- en eventuele radiocommunicatiekanalen.

Communicatiemiddelen bieden de mogelijkheid om genoemde soorten communicatie te organiseren met behulp van telefoon, fax, telegraaf, computer met modems, enz. De gebruiker is zich meestal niet bewust van de soorten communicatie die betrokken zijn bij de communicatiesessie waaraan hij of zij deelneemt. In sommige gevallen worden communicatiesystemen en -voorzieningen communicatiemedia genoemd omdat de term “communicatie” wordt vertaald als communicatiemiddel.

Er zijn verschillende classificaties van communicatiemiddelen. Een daarvan is dat communicatiemiddelen en -systemen vaste en mobiele ● telefoons omvatten:

vaste en mobiele telefonie;
Telefonische communicatie; ● Telegrafische communicatie; ● Facsimile overdracht van informatie;
Telecommunicatie; ● Fax en modem communicatie; ● Kabel en radio communicatie; ● Fax transmissies; ● Internet en data communicatie;
kabel- en radiocommunicatie, met inbegrip van glasvezel- en satellietcommunicatie.

Er zij op gewezen dat deze indeling geen duidelijk beeld geeft van het betrokken gebied, aangezien zij zowel communicatiemiddelen en -systemen als bedrade (kabel) en draadloze (radio en satelliet) communicatie in één enkele post combineert.

De moderne communicatie biedt de gebruikers tientallen en honderden verschillende diensten, zoals: informatie over de tijd en het weer in de wereld, controle van verkeersschema’s en locaties van personen of voorwerpen (navigatiehulpmiddelen), de mogelijkheid om automatisch tickets en hotelkamers te boeken, automatische doorschakeling van oproepen naar een ander telefoontoestel of een semafoon, circulaire verspreiding van informatie naar meerdere abonnees tegelijk, het voeren van gesprekken met meerdere abonnees, het voeren van gesprekken met meerdere personen tegelijk.

De telecommunicatiediensten worden onderverdeeld in analoge en digitale of discrete signalen.

De analoge signalen zijn continue signalen waarvan de amplitude in de loop van een transmissiesessie geleidelijk verandert, bijvoorbeeld de spraak over het telefoonkanaal.

Alle informatie die via datanetwerken wordt verzonden, moet worden omgezet in een digitale vorm. De telegraaf zendt bijvoorbeeld gecodeerde pulssequenties uit. Hetzelfde gebeurt wanneer machineleesbare informatie van een computer via een telecommunicatienetwerk wordt verzonden. Dergelijke signalen worden discrete (digitale) signalen genoemd. Om machineleesbare informatie over te brengen, wordt een binaire code van 8 bits gebruikt.